maatschappij

Stadse fratsen?

Is er sprake van een kloof tussen stad en platteland/ Tussen Randstad en provincie? Tussen de ‘elite’ en het ‘volk’? Of wordt die vooral gecultiveerd door politiek en media? En wat is dan het tegengif? Ik schreef er een stuk over in FD Persoonlijk, het weekendmagazine van het Financieel Dagblad.

Heb jij je ‘bagage’ al van huis uit meegekregen? Of ben je, net als ik, een kind van het verheffingsideaal? Grote kans dat we dan intussen samen tot de ‘culturele elite’ behoren. 

Het is een term die voor mij nog altijd ongemakkelijk voelt. Maar met een academische opleiding, een succesvolle loopbaan en een nieuwsgierige geest kan ik er niet om heen. En dat levert dubbele gevoelens op. 

Want je kunt het meisje wel uit het dorp halen, maar het dorp niet uit het meisje.

Ik wind me dan ook behoorlijk op over die zogenaamde kloof tussen stad en platteland. Een kloof die in belangrijke mate door politiek en media wordt gecreëerd. Want tegenstelling scoort. En als we het maar vaak genoeg horen gaan we er nog in geloven ook. 

Terwijl er heel veel mensen zijn zoals ik. Die zich verbonden voelen met stad én provincie. 

Zo’n gecreëerde tegenstelling zet mensen tegen elkaar op en ondermijnt het sociale weefsel van de samenleving. En dat tij wil ik keren. Op een vrolijk-avontuurlijke manier. Samen met jullie.

Daarom schreef ik onderstaande uitnodiging. Aan iedereen die tot de ‘culturele elite’ behoort. Omdat ‘adel’ verplicht.

Want die kloof is namelijk niet alleen een politieke pennenvrucht. Onderzoek laat zien dat met name academisch geschoolden nauwelijks meer uit hun bubbel komen. En als we ons niet uit elkaar willen laten spelen, moet de hand dus in eigen boezem. Moeten we weer actief de verbinding zoeken.

-> Waarom zetten we onze open en nieuwsgierige houding, onlosmakelijk verbonden met culturele interesse, niet wat breder in? Waarom gaan we niet actief op zoek naar nieuwe ervaringen in omgevingen die we nog niet kennen, buiten onze gebaande paden?

-> Waarom tonen we niet wat meer interesse en waardering voor zogenaamde ‘volkse’ tradities? En waarom proberen we hun betekenis niet beter te begrijpen? 

-> Waarom onderkennen we niet dat smaken kunnen verschillen, maar dat dat de waardering voor het plezier of het gemeenschapsgevoel wat iemand ergens aan beleeft niet in de weg hoeft te staan? Dat gemeenschapsgevoel ook ‘mooi’ is, een eigen 'schoonheid' heeft. 

-> Waarom doen we af en toe niet wat minder ‘ingewikkeld’ over kunst en cultuur? En waar is onze gezonde zelfspot gebleven?

Kom op mensen, uit je comfortzone en op avontuur! 

Lees ter voorbereiding nog even mijn stuk in FD Persoonlijk (voor een beetje huiswerk draait de cultureel-geïnteresseerde immers zijn hand niet om) en geniet vooral van de prachtige illustratie van Cyprian Koscielniak. Een treffender beeld bij het verhaal had ik niet kunnen bedenken. 

Het artikel is te lezen via het FD. Maar als je geen abonnement hebt kun je hier de pdf lezen. .

https://fd.nl/samenleving/1533983/hoge-en-lage-cultuur?gift=BRHMa&utm_medium=social&utm_source=link&utm_campaign=earned&utm_content=20241021

Vrolijk-aanstekelijk klimaatactivisme

Ik schreef er een essay over in het FD.

Zo’n jaar of tien geleden ging ik samenwonen met een 'geitenwollensokkenman’.

Al jaren houdt hij alle meterstanden bij, met als streven het voortschrijdend gemiddelde tot het vriespunt te laten dalen. En ik ben een enorme koukleum…

Enfin, we zijn nog steeds gelukkig samen. En geloof het of niet, de afgelopen jaren raakte ik geleidelijk aan met zijn klimaatambities besmet. Dat ging overigens niet zonder slag of stoot.

De smeuïge verhalen vind je in het essay wat ik dit weekend schreef voor het FD. Omdat ‘de klimaatkwestie’ de afgelopen tijd een steeds gevoeliger gespreksonderwerp is geworden. Waar je in het openbaar zelfs voor of tegen moet zijn.

Maar de meeste mensen willen helemaal niet voor of tegen zijn. Zij willen prettig met anderen samenleven en gewoon op hun manier een steentje bijdragen. Het zijn mensen van het redelijke midden, die de ander niet de maat willen nemen. En zelf ook niet veroordeeld willen worden.

Want daar krijg je jeuk van. Of de neiging om hard weg te rennen.

Het bijbehorend ongemak over dit alles maakt dat juist die grote groep ‘midden-mensen’ het onderwerp dan maar helemaal mijdt. Zonde. Want uit onderzoek blijkt dat het delen van positieve ervaringen aanstekelijk werkt. Het werd dus tijd om mijn mond open te doen.

Want intussen ben ik een vrolijk aanmodderend ecomens geworden.

‘Klimaatbewust-anders-doen’ blijkt namelijk ook gewoon leuk te zijn. En dan helpt het om die positieve ervaringen met anderen te delen. Want zij raken daardoor ook geïnspireerd. Zo pakken mijn broers intussen vaker de trein en eet mijn vlees liefhebbende bonus-zoon regelmatig vega.

En begrijp me goed. Ook bij mij lukt lang niet alles. Niets menselijks is mij vreemd. Niemand is perfect. Je kunt iedereen op inconsequenties betrappen.

Alleen schieten we daar geen graad mee op.

Het laatste wat ik wil is de 'gutmensch' of de dominee uithangen. Maar als vertellen over je positieve ervaringen anderen blijkt te inspireren, dan stap ik over mijn schroom heen.

Lees het stuk, deel het ook met anderen en lach net als ik om de fantastische illustraties van @Sophie Smeets.

En vertel ook en vooral over je eigen positieve ervaringen. Zodat we er samen nog meer mensen mee kunnen 'aansteken'. Want groen bezig zijn is gewoon leuk.

Liefde maakt blind

En dan loop je risico’s.

Met steeds grotere verwondering kijk ik de afgelopen tijd naar KLM. Waarom gedraagt de top van een gerenommeerd bedrijf zich zo? Wat drijft hen? En overzien ze de consequenties wel?

Tijdens de coronacrisis kreeg KLM miljarden aan steun. Maar kortgeleden werd pijnlijk duidelijk dat het bedrijf zich niet aan de bijbehorende voorwaarden heeft gehouden. Het eindrapport van de betrokken staatsagent laat aan duidelijkheid niets te wensen over. En de interviews met hem, in de Volkskrant en Follow The Money, kleuren het gedrag van de top nog verder in.

Zo speelde KLM publiekelijk op de man en stelde het bedrijf ook de competentie van die staatsagent ter discussie. Dan trek je een behoorlijk grote broek aan. In een context waar enige terughoudendheid en bescheidenheid beter passend was geweest.

Waarom doet KLM dit? Waar komt dit gedrag vandaan?

Het bedrijf bestaat intussen ruim 100 jaar en heeft een sterke familiecultuur. Het ‘blauwe gevoel’ zit in de vezels van de organisatie. De mensen die er gaan werken zijn meestal al een beetje verliefd en nemen de mores en codes van die blauwe familie dan ook graag over. Trots is daarbij een belangrijk kenmerk.

Nu is er niks mis met trots. Maar in combinatie met zo’n naar binnen gekeerde familiecultuur leidt het in dit geval tot een gebrek aan zelfreflectie. En dat vormt voor de toekomst van het bedrijf een minstens zo groot risico als het door de staatsagent genoemde magere financiële vermogen.

Want als je gered wordt door de samenleving, mag je van de leiding toch fatsoen, dankbaarheid en volwassenheid verwachten. Dat is ook waar diezelfde samenleving, inclusief het talent van de toekomst, je op beoordeelt. Maar van volwassen gedrag is hier nog geen sprake. 

Ik heb er begrip voor dat KLM moet wennen aan veranderende omstandigheden.  Maar in het belang van het bedrijf wordt het nu tijd om die historisch gewortelde 'zelfliefde' stevig én liefdevol te gaan bevragen. En daar ligt een schone taak voor de RvC. Vorige week schreef ik er al over in de Volkskrant. Want een RvC moet immers de belangen van alle stakeholders bewaken en samen met de directie morele dilemma’s wegen. Dat vraagt om een frisse blik en wat minder adoratie. 

‘Lieve leiders’ doen dat.

Zij dragen het bedrijf een warm hart toe, en brengen tegelijkertijd een groot inlevingsvermogen en begrip voor de buitenwereld mee. Zelfreflectie is hun tweede natuur en ze nemen daar ook hun collega’s in mee.

Zij delen het enthousiasme en de trots, maar hebben ook de moed om die trots te bevragen en er een nieuwe lading te geven. Een lading die beter past bij het hier, nu en straks. Een lading die je opnieuw trots maakt op je bedrijf. Maar nu omdat het zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.

Ik schrijf er een boek over.

Dat soort leiders en commissarissen gun je KLM. En elke andere organisatie. Toch?

Hier lees je het hele stuk.

Zie statushouders als gewone medewerkers, niet als noodoplossing

“We kunnen geen Nederlandse collega’s meer vinden”, zegt je teamgenoot verontschuldigend tegen een klant, die verrast opkijkt bij jouw ‘verse’ Nederlands. 

Jij valt stil. Verslagen.

Want daar zit je dan, als tweederangs medewerker. Bij gebrek aan ‘beter’.

Aan dit verhaal moest ik denken toen ik in de Volkskrant het artikel las over statushouders die bij de NS met open armen worden ontvangen.

Het stuk riep een dubbel gevoel bij me op. Ik werd er blij van, omdat zij nu eindelijk de gelegenheid krijgen om echt mee te doen in onze samenleving.

Maar het doet tegelijkertijd ook pijn dat ze pas worden gezien als de vijver met ‘gewone’ medewerkers volledig is opgedroogd.

Daarom schreef ik onderstaand stuk in de Volkskrant.

Want dit lot treft niet alleen statushouders, maar vrijwel iedereen die niet rimpelloos past. Mensen die in de ogen van de werkgever te oud zijn (en dat ben je al snel), een beperking hebben waar iets voor geregeld moet worden of de taal nog niet vloeiend spreken. Ze worden pas gezien als er geen ‘gewone’ medewerker meer te vinden is.

Als noodoplossing.

Maar niemand wil toch ‘noodoplossing’ zijn?

Bovendien zou die nood weleens wat langer kunnen gaan duren dan ‘tijdelijk’. En dan wordt behoud van medewerkers nog belangrijker dan het al was.

Elk nadeel heeft zijn voordeel, aldus een bekend filosoof.

Want een extreem krappe arbeidsmarkt kan je ook helpen om je ambities op het gebied van diversiteit en inclusie een extra boost te geven.

Al die bijzondere medewerkers die je nu zo hard nodig hebt, wil je immers voor langere tijd aan je binden. En dat lukt alleen als je ze gaat zien als ‘gewone’ medewerkers. Die je net als ieder ander waardeert om hun unieke inbreng. En waarvan je wilt dat ze zich net zo thuis voelen.

De huidige situatie biedt bij uitstek de mogelijkheid om hier in de praktijk mee te oefenen. Om er nog steviger mee aan de slag te gaan. Om te laten zien dat je ambities voor diversiteit en inclusie niet 'voor de bühne' zijn.

Om te laten zien dat je het juist hartstikke belangrijk vindt, dat je er oprecht in gelooft en dat je ook bereid bent er moeite voor te doen.

Hier lees je het hele stuk.

Het belang van macht en tegenkracht - Herman Tjeenk Willink

Meestal zit ik niet om woorden verlegen. Maar hier werd ik stil van.

De afgelopen dagen begon het nieuws van vorige week onder mijn huid te kruipen. Onrust en bezorgdheid, dieper dan anders. 

Ik kon het niet goed duiden. Behalve dat het met 'de staat van onze democratie' te maken heeft. Alleen voelen die woorden wat ongemakkelijk en beladen. Want ik ben wel een betrokken burger, maar heb hier niet voor doorgeleerd.

Mijn bezorgdheid werd op verschillende manieren getriggerd, maar het meest door wat ik las over de oorsprong van de impeachmentprocedure in de VS. Dat die eeuwen geleden in de grondwet was gekomen, met als doel de democratie te kunnen beschermen tegen een te dominante (presidentiële) macht. Peilingen en polarisatie hebben het middel nu monddood gemaakt.

En toen kwamen er zondag ineens woorden voor mijn zorg. Herman Tjeenk Willink, Minister van Staat, vertelde in 15 minuten glashelder hoe het ook bij ons draait om evenwicht tussen macht en tegenmacht. En wat er gebeurt als je daar niet alert op blijft. 

Verplicht college. Om stil van te worden. En daarna in beweging te komen. Kijk hier naar Buitenhof

Ben je bereid om over je eigen schaduw heen te stappen?

Om die vraag draait het meestal bij lastige vraagstukken die maar niet opgelost worden. Het valt ook niet mee om je eigen belang ondergeschikt te maken aan een hoger, maar vaak wat abstracter doel.

Die eerste schrikreactie herken ik wel.

Want als iemand een voor mij ingrijpende verandering voorstelt, dan is mijn eerste reflex: oh nee! Daar weet mijn huisgenoot alles van. Hij is nogal van de onverwachte 'wilde' ideeën. Aan zijn aftrap hoor ik dan al dat er iets komt wat me de gordijnen in gaat jagen.

Niets menselijks is mij vreemd.

Toch komen wij er thuis wel uit. Door niet meteen een veto uit te spreken. Door na het eerste kabaal gewoon eens te gaan kijken wat eigenlijk het voorstel is. En welk hoger doel daar mogelijk mee gediend zou kunnen zijn, voor ons allebei.

Ik hoop van harte dat het bij de arbeidsmarktvoorstellen van Hans Borstlap ook zo gaat. Niet ouderwets uitruilen. Daar is zijn plan te samenhangend voor. Maar over de eigen belangen heen springen. Om weer te komen tot een evenwichtige arbeidsmarkt. Dat levert ons allemaal op de langere termijn veel meer op dan de 'eigen' kortetermijnwinst.

Individueel een stapje terug en samen een grote stap vooruit. Waarom niet?

Bezint eer ge begint...

Daar moest ik aan denken toen ik de kranten van afgelopen week nog eens de revue liet passeren. Of het nu gaat om nieuw overheidsbeleid, grote IT-projecten of een Brits referendum, voor de betrokken beslissers lijkt een vlucht voorwaarts verleidelijker dan even op de rem.

Best begrijpelijk trouwens, maar daarover later meer. Eerst de kranten.

Zo schrijft Kim Putters in het FD over overheidsbeleid, wat met de beste bedoelingen wordt ontwikkeld, maar waarvan de uitvoerbaarheid vooraf onvoldoende wordt doordacht.

In NRC ging het over het BIT, een onafhankelijk orgaan wat lopende IT-projecten binnen de overheid beoordeelt en tot treurige conclusies komt.

En de chaos in Londen (Volkskrant) laat misschien wel het pijnlijkst zien waar een ondoordacht besluit toe kan leiden.

Vooraf goed nadenken over een belangrijk besluit vindt iedereen vanzelfsprekend. Maar de praktijk blijkt weerbarstiger. Een 'bederf-het-feestje-niet-virus' steekt in dat soort situaties nog weleens de kop op. Een menselijk, maar tamelijk hardnekkig virus, zo blijkt.

Daniel Kahneman adviseert een pre-mortem als medicijn. Aanrader!

Macht en tegenkracht - Kitty Nooij

Tandenpoetsen moet je leren. Net zolang totdat je het vanzelf gaat doen. Zonder er nog over na te denken. Omdat je het belang vanzelfsprekend vindt en de vaardigheid voldoende hebt ontwikkeld. Een mooie metafoor voor het creëren van nieuw gedrag.

Twee weken geleden verscheen een onderzoeksrapport over serieuze integriteitskwesties bij het OM. Kitty Nooij, voormalig portefeuillehouder Integriteit, gaf daar vorige week in Buitenhof een reactie op. Een relevante reactie. Niet alleen voor het OM, maar ook voor andere organisaties waar in de top slimme, maar (te) dominante leiders rondlopen.

Omdat die leiders, als je niet oplet, zo dominant worden dat niemand het meer waagt ze tegen te spreken. In de ijdele hoop dat het wel overwaait.

Nooij houdt een pleidooi voor het organiseren van tegenmacht. Terecht pleit ze ervoor om 'tegenmachtig' gedrag te oefenen, net zolang totdat het gewoon is geworden. Dat inslijten van zo'n tegen-groef is noodzakelijk. Omdat tegenmacht meestal alleen effectief kan worden ingevuld vanuit het collectief. 

Ervaring leert immers dat veel dominante leiders hun tegenmacht weg-organiseren. Een voor een. Als collectief kun je dat voorkomen. En dat vraagt oefenen. Elke dag weer.

Maar ook hier geldt: oefening baart kunst. Belangrijke kunst.