Tandenpoetsen moet je leren. Net zolang totdat je het vanzelf gaat doen. Zonder er nog over na te denken. Omdat je het belang vanzelfsprekend vindt en de vaardigheid voldoende hebt ontwikkeld. Een mooie metafoor voor het creëren van nieuw gedrag.
Twee weken geleden verscheen een onderzoeksrapport over serieuze integriteitskwesties bij het OM. Kitty Nooij, voormalig portefeuillehouder Integriteit, gaf daar vorige week in Buitenhof een reactie op. Een relevante reactie. Niet alleen voor het OM, maar ook voor andere organisaties waar in de top slimme, maar (te) dominante leiders rondlopen.
Omdat die leiders, als je niet oplet, zo dominant worden dat niemand het meer waagt ze tegen te spreken. In de ijdele hoop dat het wel overwaait.
Nooij houdt een pleidooi voor het organiseren van tegenmacht. Terecht pleit ze ervoor om 'tegenmachtig' gedrag te oefenen, net zolang totdat het gewoon is geworden. Dat inslijten van zo'n tegen-groef is noodzakelijk. Omdat tegenmacht meestal alleen effectief kan worden ingevuld vanuit het collectief.
Ervaring leert immers dat veel dominante leiders hun tegenmacht weg-organiseren. Een voor een. Als collectief kun je dat voorkomen. En dat vraagt oefenen. Elke dag weer.
Maar ook hier geldt: oefening baart kunst. Belangrijke kunst.