Pleidooi voor het frisse tegengeluid

“Nu ga ik je beoordelen”. Zo begint mijn essay in FD Persoonlijk van afgelopen zaterdag.

Het is ook de openingszin van een collega die op dat moment mijn baas wordt. ‘We lopen naar de koffieautomaat. Ik ben drieëntwintig en zit in mijn eerste baan. Zei altijd wat ik belangrijk vond. Benoemde de dingen die niet klopten, die beter konden. Onbevangen. Maar nu val ik stil. En de dagen daarna hou ik me keurig in.'

Enfin, zo gaat het stuk verder.

Als je me een beetje kent snap je ongetwijfeld dat ik dat niet lang volhoud. Ik word er zelfs ziek van. Er zit niets anders op dan weer mijn gewone zelf te worden.

En ‘beukennootjes te gaan verzamelen’.

Een spaarpot, voor als het ooit nodig mocht zijn. Dat is immers niet ondenkbaar, met een autonome geest en een van huis uit meegekregen rechtvaardigheidsgevoel.

Ik had een vooruitziende blik. Want je wint er meestal niet de populariteitsprijs mee als je je uitspreekt, tegen de stroom in.

Met die spaarpot op de achtergrond en ‘aardig sociaal vaardig’ heb ik tijdens dertig jaar corporate life mooie dingen tot stand kunnen brengen bij de organisaties waar ik werkte. En ontelbare leerzame ervaringen opgedaan. Maar ‘tegenspreken’ kost ook veel energie.

Dat werd me pas echt duidelijk, toen ik acht jaar geleden voor mezelf begon. Mijn creativiteit en effectiviteit gingen sky-high. Omdat ik in alle vrijheid kon denken, spreken en doen. Daar krijg je juist energie van. En dat gun ik iedereen.

Maar die vrijheid is in een bedrijf natuurlijk per definitie wat beperkter. Alleen zitten grote organisaties vandaag de dag wel heel strak in het pak. Daar hebben veel mensen last van. En die organisaties uiteindelijk ook. Want steeds meer moegestreden medewerkers vertrekken. Vaak met pijn in hun hart. Als je niet oppast hou je straks alleen nog maar jaknikkers over.

In een verandering van tijdperk, zoals hoogleraar Jan Rotmans het noemt, is meer speelruimte voor dat andere geluid juist hard nodig.

Daarom schreef ik dit essay. Als oproep. Aan leidinggevenden en aan ‘iedereen eromheen’. Een pleidooi voor het frisse tegengeluid. Sanne Kloosterboer gaf me hiervoor vol enthousiasme de ruimte.

Buiten de lijntjes kleuren blijft ongemakkelijk. Voor 'zender' en 'ontvanger'. Ik ken allebei de kanten. Begin daarom gewoon met een beetje stretchen. Samen oefenen. En neem het bijbehorende ongemak voor lief. Omdat het je veel gaat opleveren. Besluiten worden beter. En nog belangrijker, je raakt jezelf niet meer kwijt in het 'iets te veel voegen'.

Lees het stuk vooral. En deel je ervaringen en reflecties.